Kritische noten bij voorstel voor audit­com­missie

• In het voorstel wordt gesproken over een subcommissie of werkgroep. Dit roept meteen al vragen op. Ons RvO kent geen subcommissies, dus wat betekent dat dan voor de orde ervan? En als er ook burgerleden lid zijn van de auditcommissie, krijgen zij dan wel een vergoeding of krijgen ze die niet omdat het geen commissie is maar een subcommissie? Tevens vinden wij een werkgroep niet passen bij de aard van een auditcommissie. In ons RvO staat dat werkgroepen er zijn voor een specifieke taak en een specifieke periode. Nu kun je zeggen dat de gehele bestuurstermijn ook een specifieke periode is, en dat die specifieke periode dan steeds na de verkiezingen weer met 4 jaar wordt uitgebreid, maar dat is gewoon creatief omgaan met het reglement omdat het niet aansluit op het concept auditcommissie.

  De PvdD stelt voor om van de auditcommissie een volwaardige commissie te maken, en dit dan te zien als een zustercommissie van de commissie Financiën. De een bekijkt de stukken financieel-technisch en de ander politiek, het een is niet ondergeschikt aan het ander.

   

• Aansluitend punt is de openbaarheid van de beraadslaging. Mag er publiek fysiek aanwezig zijn? Worden de vergaderingen gelivestreamd, zoals bv. wel gebeurt bij de auditcommissie van gemeentes zoals Breda? De PvdD pleit voor openbare, gelivestreamde vergaderingen. Het laatste wat ons waterschap nodig heeft, is weer een klein clubje mensen dat achter gesloten deuren gaat vergaderen over zaken die voor ons hele bestuur van belang zijn.

   

• Wij maken ons zorgen om de samenstelling van de commissie. Er wordt al geopperd om slechts 3 tot 5 leden te hebben. Dat is zeer beperkt en het kent meerdere uitdagingen. Ten eerste: we willen een apolitieke auditcommissie, maar indien er zo’n beperkt groepje moet worden gekozen uit 13 partijen dan wordt de samenstelling op zichzelf al snel politiek. Ten tweede: we willen kwalitatieve discussies in de auditcommissie en daarom willen we er mensen in met enige vorm van expertise en affiniteit met de onderwerpen. Wij snappen die overweging. Maar je zou daar ook soepeler mee om kunnen gaan, omdat dat er juist voor kan zorgen dat onze bestuurders groeien en meer expert wórden. Dat is een investering in ons kennisniveau, en het kan op zijn beurt weer zorgen voor meer draagvlak voor de oordelen en adviezen van de auditcommissie. Waterschappen hebben blijkbaar relatief kleine auditcommissies, maar wij zien geen reden om daar wél naar te kijken en niet naar hoe auditcommissies bij gemeenten worden geïmplementeerd.Bij de gemeente Breda kan iedere fractie in de auditcommissie vertegenwoordigd zijn.

Het derde punt vindt de Partij voor de Dieren er met kop en schouders bovenuitsteken, en dat is dat het simpelweg niet mogelijk is om NU te bepalen welke mensen de beste expertise hebben m.b.t. onderwerpen die voor zullen liggen bij de auditcommissie. We weten immers nog maar heel globaal wat die expertise dan zal moeten behelzen. Ik las een artikel van PwC over een groeimodel voor auditcommissies binnen gemeentes. Naar mate ze volwassener en professioneler worden, kunnen ze meer proactief gaan adviseren, en kunnen de onderwerpen die er besproken worden, worden uitgebreid. Zo kunnen ook AI, cybersecurity en duurzaamheid eronder gaan vallen. Als we nu op specifieke financiële expertise gaan selecteren, houden we geen rekening met die mogelijke groei aan onderwerpen en verantwoordelijkheden. En de Partij voor de Dieren verwerpt bij voorbaat het idee dat we vooraf vast zullen stellen wat er wel en niet onder de auditcommissie gaat vallen en dat dit dan niet meer zal veranderen. We zien keer op keer, bij iedere werkgroep, klankbordgroep en ook bij specifieke rollen zoals die van commissievoorzitter, dat er na verloop van tijd uitbreiding komt van verantwoordelijkheden en gespreksonderwerpen. Het is naïef, maar ook gewoon niet in ons eigen belang, om zulke groei voor de auditcommissie uit te sluiten.