Lessen trekken uit extern onderzoek kosten­toe­deling


10 juni 2024

Voorzitter, het rapport heeft voor de Partij voor de Dieren duidelijk gemaakt dat het proces rondom de kostentoedeling zeer complex is, én dat betrokkenen zich maar voor een klein stukje van dat proces verantwoordelijk voelden. Op die manier ontstonden er veel schakels waar iets mis kon gaan en ook gíng, en werd onvoldoende het belang gevoeld van de verschillende signalen die vanuit verschillende hoeken zijn afgegeven over de incorrecte inwonersaantallen.

Wij denken dat wanneer ambtenaren zich niet realiseren hoeveel er afhangt van de kostentoedeling en dus ook van hun eigen rol daarin, dit niet voldoende duidelijk aan hen is gemaakt ‘van bovenaf’. Als de fout niet was ontdekt hadden we financieel en juridisch een groot probleem gehad. We hopen dan ook dat er in de hogere lagen van de organisatie op dit gebrek aan gevoelde urgentie wordt gereflecteerd.

De Partij voor de Dieren wil graag een aantal inzichten en ideeën delen met het AB en de portefeuillehouder, en we zullen dat doen op drie niveaus, namelijk: de organisatie van ons waterschap, de externe partijen die bij de kostentoedeling betrokken waren, en het landelijke niveau.

Ik begin bij onze organisatie. Allereerst wil onze fractie de betrokkenen danken voor de openheid die zij getoond hebben richting de onderzoekers, zoals blijkt uit de rijkheid aan informatie en details in het rapport. Een van de adviezen die wij graag mee willen geven, is om die openheid ook op de werkvloer te tonen. Iets waar hopelijk de speak-up trainingen ook bij helpen. Spreek elkaar aan op dingen die niet helemaal goed lijken te lopen. Wij hebben nergens in het rapport gelezen dat er een vierogenprincipe werd toegepast op de kostentoedeling. Wanneer het gaat om zulke foutgevoelige processen waar bovendien veel vanaf hangt, zijn wij van mening dat het de standaard moet zijn om hier met tenminste vier ogen naar te kijken. Dat geldt zowel voor de eigen organisatie als voor de externe partijen.

Dit is niet enkel een kwestie van een nieuwe werkwijze met elkaar afspreken. Het vierogenprincipe werkt alleen als er ook vier ogen beschikbaar zijn. Wij lezen bijvoorbeeld dat er nog maar twee mensen op kantoor waren toen de eerste fout in de kostentoedeling werd ontdekt. Er waren in die cruciale periode veel mensen gelijktijdig op vakantie. Ook lezen we dat er zeer weinig mensen waren ingewerkt op het dossier. We merken op dat er een groot verloop is op de betreffende afdeling, en dit roept bij ons de vraag op: heeft hoge werkdruk daar een aandeel in? Want dan moet daar actie op worden ondernomen.

Dan nog een constatering gerelateerd aan het vierogenprincipe. Tussen het vertrekkende en nieuwe DB-lid lijkt er geen overdracht te zijn geweest, terwijl dat erg had kunnen helpen. Het is op zijn minst onhandig dat de kostentoedeling precies in de overgangsperiode naar een nieuw DB én AB moest worden opgesteld. Met een vrijwel volledig nieuw DB én veel nieuwe mensen in het AB, is er wellicht ook binnen het bestuur niet voldoende aandacht en tijd beschikbaar geweest voor iets dat zo belangrijk is als de vijfjaarlijkse kostentoedeling. Ook binnen het AB is er niet voldoende gereageerd op de signalen van de fractie van Ons Water. Nu denk ik niet dat dat nodig zou moeten zijn, één zo’n signaal dient net zo goed serieus te worden genomen, en in dit geval werd het signaal afgegeven door maar liefst DRIE leden van een fractie, die allemaal al meerdere bestuursperiodes meedraaien in ons waterschap. Als je de beraadslaging van het AB op 21 juni terugluistert, hoor je Jan Slenders zelf het volgende zeggen:

“… verder werd ik verwezen naar Waves’, denk ik dat dat heet, die een database onderhoudt met een aantal inwoners en daar staat bij Brabantse Delta: “Het verschil is uitgevraagd bij de belastingsamenwerking, of 2020 klopt niet – want dat is het jaar dat gepeild werd – of aangegeven moet worden waar het verschil in zit.”

Het signaal dat de Unie van Waterschappen had afgegeven is dus hardop in het AB voorgelezen en zelfs dáár is geen gepast gevolg aan gegeven.

Dan nu, en ik beloof dat dit een korter verhaal zal worden, de externe partijen die bij de kostentoedeling betrokken waren. Wat ons als fractie het meeste stoort is dat het commerciële bedrijf TAUW een monopolie-positie heeft in het maken van kostentoedelingsrapporten.

Dat is nooit een goed idee, onder andere omdat een bedrijf minder scherp wordt gehouden, door een concurrent én door de opdrachtgever.

Zo kon TAUW ertoe besluiten om in de vooruitblik naar het nieuwe belastingstelsel op eigen houtje een scenario toe te voegen waarbij specifiek de agrarische sector werd ontzien. Dit is niet aan het bureau, want het is een bestuurlijke keuze. Een tweede voorbeeld. Toen ons waterschap navraag deed over de mogelijkheid om tariefdifferentiatie toe te passen op glasopstanden, gaf TAUW antwoord en voegde toe “de vraag is waarom je dit zou willen”. Wederom, dit is niet aan het bureau. Wij denken dat het goed zou zijn om de monopolie-positie van TAUW ter discussie te stellen.

De SD heeft al aangegeven erachter te blijven staan dat de kostentoedeling wordt uitbesteed. Maar er zijn natuurlijk meer dan 2 smaken. Kan de portefeuillehouder ons vertellen of er is nagedacht over andere opties, zoals samenwerken met de andere Brabantse Waterschappen, of het ‘inhuren’ van de kennis in aanloop naar een nieuwe kostentoedeling? Wellicht heeft u betere ideeën dan de onze.

Ik noem nog een ander punt waar we veel moeite mee hebben, op het vlak van externe partijen. En dat heeft betrekking op hoeveel het waterschap uit handen geeft, niet alleen aan TAUW maar ook aan BWB. De Unie van Waterschappen vraagt bij de waterschappen hun inwonersaantallen op. Nu lezen we dat het bv. in 2022 is opgevraagd bij de BWB. Maar BWB is geen waterschap. De Partij voor de Dieren is er erg voor dat wij als waterschap zulke data behandelen als ónze verantwoordelijkheid. We moeten ook binnen de eigen organisatie begrijpen hoe deze getallen tot stand komen. Tijdens een proces dat zo belangrijk is als de kostentoedeling zou het helemaal niet gek zijn als er iemand van de BWB een paar keer op Bouvigne komt werken voor overleg en kennisdeling. De fout die BWB heeft gemaakt is overigens een goede illustratie van het gevaar dat je loopt wanneer je téveel uit handen geeft aan computersystemen. In dit geval werd een algoritme ‘blind’ toegepast, maar na een update van de applicatie was de werking daarvan veranderd. De overheid en algoritmes, het blijft een gevaarlijke combinatie.

Dan, tot slot, het landelijk niveau. Blijkbaar is er nu niemand die de waarde van glasopstanden makkelijk kan bepalen. Dit is een voorbeeld van data waar overheden dus blijkbaar niet zelf over beschikken of weten waar ze die vandaan kunnen halen. Ook blijken er meerdere oppervlaktes en bedragen te zijn die op verschillende manieren kunnen worden berekend.

Het waterschap vertrouwt daardoor volledig op het oordeel van TAUW om te bepalen welke berekening het beste is. Een citaat: “Op 11 september vraagt de concerncontroller ook waarop de gemiddelde prijs voor ongebouwde grond gebaseerd is. TAUW geeft aan dat dit gebaseerd is op de breed gedragen methodiek die bij andere waterschappen ook wordt toegepast.” (einde citaat). Dit is natuurlijk geen antwoord op de vraag! TAUW beroept zich op de autoriteit die voortvloeit uit hun monopolie-positie. Overheden moeten toch ook zelf over zulke gegevens en methodieken beschikken?

Nog een laatste punt dat hierbij aansluit.

De Unie van Waterschappen heeft volgens het rapport opgemerkt dat het blijkbaar moeilijk is om de inwonersaantallen vast te stellen. Dat roept bij ons vragen op. Is er over deze foutgevoeligheid gesproken in Unie-verband, bijvoorbeeld binnen de commissie Bestuurszaken, Communicatie en Financiën van de Unie? En zo nee, is de portefeuillehouder bereid om dit alsnog te doen?

Ieder waterschap zal binnenkort weer een nieuwe kostentoedeling moeten opstellen, en niet alleen Brabantse Delta heeft te maken met de complexe realiteit dat één gemeente onder meerdere waterschappen kan vallen. Hoewel, de Partij voor de Dieren vindt het ook zeker een idee om te onderzoeken of er een collegiale regeling denkbaar is tussen de buurwaterschappen die ervoor zorgt dat één gemeente gewoon onder één waterschap valt.

Samenvattend: er zijn erg veel belangrijke data waar wij als waterschap, maar dus naar alle waarschijnlijkheid ook andere waterschappen, niet zelf over beschikken of makkelijk aan kunnen komen. Dit is zorgwekkend en maakt ons kwetsbaar. Wij zien graag dat dit punt in zijn geheel, liefst met voorbeelden en al, wordt meegenomen naar de Unie van Waterschappen.

Voorzitter, tot zover.

Interessant voor jou

Overwonnen obstakels vieren en over huidige obstakels meedenken en meebeslissen

Lees verder

'Grondverwerving heeft langer geduurd dan gepland'

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer