Stop met de termen 'plaag­soorten' en 'invasieve exoten'


16 juni 2021

Voorzitter,

Het zal de meeste collega bestuursleden ontgaan zijn, maar kennelijk is er in maart van dit jaar een Brabant Breed ‘plaagsoortenbeleid’ vastgesteld.

Wij hadden vorig jaar september de suggestie gedaan om dit oude beleid uit 2013 eens te actualiseren. Het doet ons deugd dat hieraan gehoor is gegeven.

Misschien is het via Spraakwater gecommuniceerd, maar indien we het daar expliciet over gehad hebben in een vergadering was een directere terugkoppeling wat ons betreft wel op zijn plaats geweest.

In mijn bijdrage van september stipte ik het al aan, kijk eens naar de terminologie. Portefeuillehouder en portefeuille dierenwelzijn waarom wordt in het beleid gesproken over plaagsoorten of zoals in dit projectplan over invasieve soorten? Sowieso doen we er volgens mij helemaal geen goed aan om deze soorten aan te duiden als invasief of exoot. Volgens onze fractie kan dit achterwege gelaten worden en zijn het gewoon soorten die vaak door het handelen van mensen hier zijn gekomen. De gele bieslelie is echt niet uit zichzelf hier naartoe komen wandelen.

Bovendien wordt een soort door de mens als plaagsoort aangewezen als die soort de mens op één of andere wijze tot overlast is of tot schade leidt. Voor de overige bewoners van de planeet hoeft dit helemaal geen plaag te zijn.

Goed, de fractie van de Partij voor de Dieren heeft hier artikel 60 vragen over gesteld en we wachten de antwoorden met belangstelling af.

Toch voorzitter, in dat zelfde nieuwe beleidsstuk valt op pagina 7 te lezen ik citeer:

‘Systemen die ecologisch en hydrologisch robuust zijn, kunnen tegen een stootje, dus ook tegen belasting met plaagsoorten’. En ‘Het realiseren en onderhouden van een weerbaar watersysteem en robuuste waterkeringen past bij de taken van het waterschap. Het terugdringen van nutriënten maakt het ecosysteem ook weerbaarder, omdat woekerende waterplanten vaak profiteren van voedselrijk water. Het terugdringen van nutriënten is een van de maatregelen die nodig zijn om de doelen van de Kaderrichtlijn Water te behalen’.

Einde citaat.

Een vuilvangput is dan misschien een goede suggestie voor op de korte termijn, maar op de lange termijn zien wij graag, ook voor dit gebied, dat u zich inzet voor dit weerbaar watersysteem en daar hoort het terugdringen van nutriënten bij. Heeft u hierover al eens het goede gesprek gevoerd met de agrariërs in de omliggende gebieden? Heeft u hier een plan van aanpak voor? Toch zonde als je een heel natuurgebied inricht en dat via overmatig mestgebruik en uitspoeling de nutriënten binnenstromen en zo de waterkwaliteit beneden peil blijft.

Evenwel vinden wij het een goede zaak dat u zich inzet om de verdroging tegen te gaan, een ecologische verbindingszone aanlegt en aan beekherstel doet. Zo hebben we een stapje gemaakt in het bereiken van de Kaderrichtlijn Water doelen. Alle kleine beetjes helpen en alle kleine beestjes helpen ons, laten we dat vooral niet vergeten.

Interessant voor jou

Laat een andere houding tegenover de vissen zien in evaluatie droogte!

Lees verder

Waterschappen zijn niet verplicht tot het hebben van een monistisch systeem

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer