Vast­goed­beleid: ontei­genen is niet langer een vies woord

De Partij voor de Dieren is blij met het principebesluit voor het vastgoedbeleid zoals dit nu voorligt. Vandaag was de waterschapsdag van de Brabantse Waterschappen, en daar werd er in een deelsessie geïnventariseerd wat men de belangrijkste redenen vond dat we de KRW-doelstellingen dreigen niet te halen. De twee woorden die het meeste werden genoemd, waren ‘politiek’ en ‘lef’.

Ik kan me herinneren dat ik in 2018 eens als gast bij een AB-vergadering was, toen nog in de kapel waar vanavond trouwens voor het eerst weer wordt vergaderd, en dat er werd gesproken over grondverwerving. De brede consensus was toen dat onteigening niet bespreekbaar was. Het is in dit bestuur lange tijd een vies woord geweest. Nu wordt dit taboe doorbroken, en de Partij voor de Dieren is heel blij met de manier waarop dit wordt gedaan, in een duidelijke en nuchtere adviesnota.

De mogelijkheid om onteigening in te kúnnen zetten, zorgt ervoor dat we grondeigenaren meer geld kunnen bieden, wat de mogelijkheid tot minnelijke verwerving juist ten goede komt. Dat klinkt paradoxaal, maar uit de ervaring blijkt dat onteigening maar heel zelden nodig is wanneer schadeloosstelling kan worden aangeboden. Geen reden tot paniek dus, al helemaal niet als je de grondeigenaren een warm hart toedraagt, want de gronden móeten verworven worden, en door de mogelijkheid om dwingende instrumenten te gebruiken kunnen we het afstaan van gronden tot een daadwerkelijk aantrekkelijke optie maken.

We delen de zorgen die zojuist door mevr. Jetten zijn geuit en in de beeldvormende sessie ook door anderen, dus we willen DB en organisatie op het hart drukken om scherp te blijven op de omstandigheden waaronder de dwingende instrumenten worden ingezet.