Hengelen ten tijde van Corona


Indiendatum: 6 mei 2020

Breda, 6 mei 2020

Vragen (conform artikel 60 Reglement van Orde), van de fractie van de Partij voor de Dieren Brabantse Delta aan het Dagelijks Bestuur betreffende de constatering dat mensen meer gaan vissen ‘uit verveling’ ten tijde van Corona[1].

Geacht bestuur,

Sinds het begin van de Coronacrisis zijn Nederlanders veel meer gaan hengelen dan daarvoor.

  1. Weet u of deze toename van het aantal hengelaars er ook is in ons waterschap? Gelieve cijfers hierover met ons te delen.
  2. Bent u met ons van mening dat het risico’s met zich meebrengt wanneer een significante groep mensen, die wellicht door onervarenheid nog niet bekend is met alle aspecten van hengelen, in de wateren binnen ons waterschap gaat hengelen? Kunt u de risico’s die u ziet benoemen? Indien niet, waarom niet?
  3. Bent u van mening dat het gunstig of ongunstig is voor het behalen van de doelen uit de Kaderrichtlijn Water als er significant meer gehengeld wordt? Gelieve dit toe te lichten.
  4. Bent u van mening dat het gunstig of ongunstig is voor het welzijn van vissen en de overlevingskansen van beschermde vissoorten als er significant meer gehengeld wordt? Gelieve dit toe te lichten.
  5. Bent u van mening dat het gunstig of ongunstig is voor de doelstellingen omtrent loodgebruik bij hengelen als er significant meer gehengeld wordt? Gelieve dit toe te lichten.
  6. Bent u van mening dat het gunstig of ongunstig is voor de ontwikkeling van blauwalg en botulisme als er significant meer gehengeld wordt? Gelieve dit toe te lichten.
  7. Op basis van uw antwoorden op vraag 2-6, bent u bereid uw verantwoordelijkheid te nemen om mensen actief te informeren over de nadelige effecten die hengelen (met name op grotere schaal) heeft?
  8. Zijn er reeds maatregelen getroffen om de regels en richtlijnen omtrent hengelen te verduidelijken en/of aanscherpen, om zo in te spelen op de grotere aantallen hengelaars binnen ons waterschap? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
  9. Bent u bereid om maatregelen te treffen om de regelgeving omtrent hengelen te verscherpen, ten behoeve van de waterkwaliteit, dierenwelzijn, weren van lood uit het water en tegengaan van blauwalgontwikkeling? Zo ja, welke maatregelen? Zo nee, waarom niet?
  10. In Vlaanderen en Frankrijk werd er tijdens het hoogtepunt van de coronacrisis een hengelverbod ingesteld[2]. Momenteel zitten we (ook in Nederland) niet meer op zo’n hoogtepunt. Indien er tegen alle hoop in een nieuw hoogtepunt in de coronacrisis ontstaat, bent u dan bereid plaatselijke visverboden in te stellen om zo in te spelen op de risico’s en nadelen die hengelen met zich meebrengt[3]?

Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Cynthia Pallandt

Ellen Putman
Partij voor de Dieren

[1] Zie o.a. https://www.rtlnieuws.nl/editienl/artikel/5096281/vissen-uit-verveling-sportvissen-hengel-corona

[2] Wij zijn ons ervan bewust dat we nu een opiniestuk als bron gebruiken, maar liever verwijzen wij niet naar een website van een hengelsportvereniging. https://joop.bnnvara.nl/opinies/hengelen-tijdens-de-coronacrisis-doe-het-niet

[3] Wij doelen hiermee ook op de verspreiding van Corona. Omdat het waterschap daar niet deskundig in is hebben wij hier echter geen specifieke vraag over gesteld.

Indiendatum: 6 mei 2020
Antwoorddatum: 11 jun. 2020

  1. Op dit moment zijn er geen cijfers bekend over een eventuele toename van het aantal sportvissers in ons waterschap.
  2. Gelet op onze taak zien wij geen risico’s. Zie hiertoe de beantwoording van onderstaande vragen.
  3. In het huidige visserijbeleid zijn de KRW doelstellingen geborgd. Zodoende heeft het waterschap de verantwoordelijkheid om de visstand te monitoren. Hengelsportverenigingen dienen bij het afsluiten van de privaatrechtelijke overeenkomst omtrent het huren van visrecht van het waterschap een visplan op te stellen. De visplannen dienen, zoals vermeld wordt in het Brabantbrede Visserijbeleid, aan te sluiten bij de KRW doelstellingen. Mocht het visplan zijn goedgekeurd door het waterschap, dan is er geen reden om aan te nemen dat er effecten zijn die negatief zijn voor het behalen van de KRW doelstellingen.
  4. Op beschermde vissoorten wordt in het beheergebied van ons waterschap wordt niet gericht gevist. Mocht er toch een vis worden gevangen die beschermd is dan dient deze altijd terug te worden gezet. Een eventuele toename van het aantal vissers heeft daarmee naar verwachting geen significante invloed op de overlevingskansen van beschermde vissoorten in het beheergebied van Waterschap Brabantse Delta
  5. Hoewel er geen directe doelstellingen zijn omtrent het gebruik van vislood zetten we ons middels de Green Deal Sportvisserij, samen met ministeries en Sportvisserij Zuidwest Nederland in om het gebruik van lood terug te dringen. Lood is namelijk is stof die niet in het milieu thuis hoort. Dit heeft geleid tot een pilot in Geertruidenberg, de eerste pilot in Nederland, die sportvissers aanmoedigt om loodvrije alternatieven te gebruiken. Echter is vislood vooralsnog geen bedreiging voor de waterkwaliteitsdoelen in Nederland.
    https://www.greendeals.nl/sites/default/files/downloads/GD222-dealtekst-Sportvisserij-Loodvrij.pdf
  6. De belangrijkste basisvoorwaarde voor het ontstaan van hoge concentraties blauwalgen is de aanwezigheid van voldoende voedingsstoffen waarop blauwalgen kunnen groeien. De belangrijkste basisvoorwaarden voor het ontstaan van botulisme zijn de aanwezigheid van dood organisch materiaal, zuurstofarmoede en een hoge watertemperatuur. Het hengelen zelf heeft geen invloed op deze basisvoorwaarden voor blauwalgen en botulisme.
    Wel is het zo dat het soms aan het hengelen verbonden gebruik van (lok)voer kan bijdragen aan de voedselrijkdom van het water en aan de hoeveelheid dood organisch materiaal in het water. Echter, in praktijksituaties is de bijdrage van het gebruik van (lok)voer aan de totale voedselrijkdom van het water – en daarmee aan de voedingsbodem voor blauwalgen –veelal beperkt gebleken ten opzichte van de bijdragen vanuit andere bronnen. Naar verwachting is ook de bijdrage van het gebruik van (lok)voer aan de belasting van het oppervlaktewater met organisch materiaal beperkt ten opzichte van aanvoer vanuit andere bronnen zoals lozingen, bladinval e.d. (NB over de kwantitatieve bijdrage van (lok)voer aan de totale belasting met organisch materiaal heeft het waterschap geen informatie).
  7. Op basis van de antwoorden op vraag 2 tot en met 6 is er geen reden om mensen actief te informeren over de effecten van de sportvisserij omdat gebleken is dat het effect op KRW doelstellingen, beschermde vissoorten en de ontwikkeling blauwalg en botulisme (zeer) beperkt is.
  8. Er zijn geen maatregelen getroffen omdat daar geen aanleiding toe is. Het effect van een eventuele toename van het aantal sportvissers is nihil.
  9. Het waterschap heeft geen bevoegdheid om de regelgeving omtrent sportvisserij te verscherpen. Daarnaast is daar op dit moment als het gaat om de waterkwaliteit en blauwalgontwikkeling geen aanleiding toe.
  10. Voor de beantwoording van deze vraag verwijzen wij u naar het antwoord dat de minister Schouten heeft gegeven op een vraag, met een vergelijkbare strekking van uw partijgenoot dhr. Wassenberg. Mevrouw Schouten antwoordt dat er geen aanleiding is om aanvullende maatregelen te treffen.

Wij staan voor:

Interessant voor jou

Beregening en onttrekking grondwater in relatie tot droogte

Lees verder

Waar trekt het waterschap de grens m.b.t. bijvangst muskus- en beverrattenbestrijding?

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer