Nurdles, duurzaam omgaan met water, VTH impuls


Indiendatum: 31 mei 2024

Breda, 31 mei 2024

Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur ter schriftelijke beantwoording conform artikel 74 van het Reglement van Orde van het algemeen bestuur


Betreft: Nurdles, duurzaam omgaan met water, VTH impuls


Geacht Dagelijks Bestuur,

  1. Op 22 maart 2024 berichtte BN/de Stem over de nurdles-kwestie. Deze plastic bolletjes verontreinigen al jaren de rivier de Mark. Dhr. Bekker van Natuurvereniging Markkant heeft deze kwestie aangekaart bij zowel de gemeente Breda als bij waterschap Brabantse Delta.[1]

    Ons waterschap heeft de lead genomen in een onderzoek naar herkomst en aard van deze nurdles. Uit het artikel – waarin dhr. Bekker geïnterviewd wordt – lijkt het erop dat het onderzoek inmiddels is afgerond. Uit door ons gestelde vragen blijkt nu dat het gaat om een ‘ambtelijke tussenrapportage’.
    1. Kunt u aangeven waarover deze ‘tussenrapportage’ exact rapporteert? Wij stellen voor om voor de terugkoppeling naar het AB het technische deel en het bestuurlijke deel uit elkaar te trekken. Voor het technische gedeelte van het onderzoek lijkt ons geen bestuurlijke duiding nodig en deze kan naar onze mening dus op korte termijn worden gegeven.
    2. Wat was de vraagstelling van het onderzoek? Kunt u een tijdspad geven van hoe het onderzoek is verlopen en wie hierbij betrokken waren? Welke technische details over de aangetroffen nurdles zijn er gedurende het onderzoek ontdekt?
    3. Heeft er al een terugkoppeling richting dhr. Bekkker plaatsgevonden, en zo niet, wanneer volgt deze? Wij wijzen u erop dhr. Bekker zwerfafvalexpert is, en in die hoedanigheid een plastic vanger in de Mark onderhoudt namens de gemeente Breda. Hij is dus wekelijks beroepsmatig met nurdles bezig en heeft baat bij snelle duidelijkheid over herkomst en gevaar van dit plastic zwerfafval. Het vlot verstrekken van technische details kunnen (ook) hem van dienst zijn.
  2. Ook wij beseffen dat we in 2024 een uitzonderlijk nat voorjaar beleven – overigens ook een teken van de toenemende weersextremen in de klimaatcrisis. Agrarische percelen hebben veel last van de overvloedige regenval. Naar onze smaak is een duurzame oplossing het verbeteren van de sponswerking van (agrarisch) land. Op welke manier helpt Brabantse Delta agrariërs hierbij? Kunt u in een Agrarische Nieuwsbrief enkele ‘quick fixes’ opnemen om de sponswerking van het land te verbeteren? Voor inspiratie verwijzen wij naar Nederland Droogteland.[2]

    De vragen 3-5 zijn geïnspireerd door het recentelijk verschenen rapport Klimaatrisico’s in Nederland van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL).[3]


  3. Op de site van waterschap Brabantse Delta lezen wij:

    Als bij langdurige droogte het waterpeil in sloten en beken zakt kan het waterschap verbieden om water uit deze sloten en beken te halen om bijvoorbeeld landbouwgrond te beregenen. Dat noemen we een onttrekkingsverbod uit oppervlaktewater.[4]

    PBL stelt dat de grenzen van bestaande adaptieve maatregelen in zicht raken. Er is een nieuwe aanpak nodig. Voorbij het pappen en nathouden, letterlijk. Tijdens de KRW-sessie van de Brabantse waterschappen sprak professor Marleen van Rijswick op 30 mei de volgende rake woorden: ‘er is niet zo heel veel tijd meer over om aardig te blijven.’

    Sproeien werkt op de lange termijn averechts tegen droogte. Vandaar onze vraag: na hoeveel dagen van ‘langdurige droogte’ volgt er op dit moment een beregeningsverbod? Bent u bereid dit aantal dagen op de escalatieladder - gezien de waarschuwende woorden van het PBL en mevrouw van Rijswick– nog voor het volgende voorjaar te halveren voor zowel grasland als ander landtypen? 1 maart 2025 lijkt ons een helder en uitlegbaar beginpunt van deze noodzakelijke aanscherping.

  4. Is het naar uw mening nog verantwoord om kapitaalintensieve teelten volledig uit te zonderen? Zo ja, waarom? Door wie is deze lijst met teelten opgesteld en wanneer is deze lijst voor het laatst herzien? Kapitaalintensieve teelten kunnen immers ook waterintensieve teelten zijn. Is de portefeuillehouder bereid de huidige lijst voor 1 januari 2025 te herzien, rekening houdend met de toenemende problematiek rond waterschaarste?

  5. Veel beregening met sproeiers slaat neer op náást agrarische percelen gelegen verharde wegen. Wat ons betreft een vorm van laks gedrag en respectloos richting de natuur.

    Wanneer onze handhavers in het veld deze misstand signaleren, gaan zij dan tot handhaving over? Na hoeveel waarschuwingen voor één en dezelfde overtreder volgt een boete? Kunt u op korte termijn in onze Agrarische Nieuwsbrief vermelden dat wanneer er wordt beregend de akkerbouwer een intrinsieke verantwoordelijkheid heeft om het onttrokken water ten volste te benutten?

  6. Om de natuur van de droogte te laten herstellen is infiltratie in de diepere grondlagen een must. Het uitputtend draineren van grond helpt hier niet bij. Vandaar de volgende vragen:

    a. Bent u het ermee eens dat drainering een risico vormt voor de droogteproblematiek, en daarmee voor het tegengaan van de toenemende waterschaarste in Nederland?

    b. Peilgestuurde drainage vereist een watervergunning, weten wij. Klopt het dat ook in ons waterschap voor andere vormen van (grootschalige) drainage slechts het doen van een melding volstaat?

    c. We weten dat in gebieden die gevoelig zijn voor droogteproblematiek drainage in bepaalde gevallen pas na overleg met het waterschap mag plaatsvinden. Welke gebieden van waterschap Brabantse Delta worden als ‘gevoelig voor droogte’ gezien? En bestaan er in ons gebied vormen van drainage die pas na overleg mogen plaatsvinden?

    d. Bent u het ermee eens dat – gezien de woorden van het PBL – in een verdrogend Nederland alle grootschalige drainage vergunningsplichtig zou moeten worden?

    e. Indien het antwoord op deze laatste vraag nee luidt: wat is het plan van aanpak van waterschap Brabantse Delta om in het licht van het recente PBL-rapport en het eerdere rapport Zonder Water Geen Later de drainering binnen ons gebied op een gezondere manier vorm te geven?
  7. Ziet het Dagelijks Bestuur mogelijkheden om amfibiefilters bij onttrekkingen verplicht te stellen? Indien het antwoord nee luidt: kan het amfibiefilter onder de aandacht worden gebracht, bijvoorbeeld via de Agrarische Nieuwsbrief? We zouden ons goed voor kunnen stellen dat naar het voorbeeld van watertonnen subsidies voor amfibiefilters beschikbaar worden gesteld.

De vragen 8-10 gaan over het Uitvoeringsplan VTH 2024.

  1. Wij lezen: ‘Op het gebied van waterkwaliteit zijn in 2023 drie vergunningen geweigerd. Deze zouden een blijvende verslechtering van het watersysteem opleveren.’

    Waren dit vergunningen van 3 verschillende bedrijven?

    Indien een vergunning wordt geweigerd, hoe gaat het dan verder? Stopt daar de communicatie met het bedrijf, of wordt er enige 'nazorg' geïnitieerd door VTH?

    Anders gesteld: is een geweigerde vergunning reden om met het betreffende bedrijf om tafel te gaan zitten, om te kijken waar verbeterpunten in het bedrijfsproces zitten om de waterkwaliteit veilig te stellen?

  2. De categorie ‘Afval’ behaalt ondanks 277 controles een naleefpercentage van 76.2%. Hoe komt het dat deze categorie laag blijft scoren in naleefgedrag, ondanks onze inzet?

  3. Een citaat uit het Uitvoeringsplan: ‘Op het gebied van het beregeningsbeleid is er voor VTH in beleidsmatig opzicht in 2023 onvoldoende duidelijk richting gegeven om de wijze en intensiteit van het toezicht en de handhaving te wijzigen. Vandaar dat er nog geen duidelijkheid is over de hiervoor benodigde capaciteit voor de jaren 2024 en verder.’ Beregenen is in tijden van weersextremen en waterschaarste een nijpend probleem geworden. Uit de geciteerde alinea proeven wij dat onze handhavers op dit moment op richtinggevende keuzes wachten.

Waarom is er desondanks onvoldoende duidelijk richting gegeven in 2023? Kan het Dagelijks Bestuur dit toelichten? Welke beslissingen met betrekking tot het beregeningsbeleid staan er op stapel om nog dit jaar een stevige stap te maken om tot een eenduidig beregeningsbeleid te komen? Op welke manier wordt het Algemeen Bestuur hierbij betrokken?

Met vriendelijke groet,

Fractie Partij voor de Dieren


[1] https://www.bndestem.nl/breda/we-zijn-voorlopig-niet-van-de-kleine-plastic-bolletjes-in-de-mark-af-wie-ruimt-het-op-dat-is-de-grote-vraag~a636e09f/

[2] De bodem als spons - Nederland Droogteland

[3] Kopzorg voor kabinet erbij: klimaatgevolgen staan Nederland nu al aan de lippen | de Volkskrant

Van alle klimaatrisico's is waterschaarste voor Nederland het meest nijpend (nos.nl)

[4] Onttrekkingsverbod | Waterschap Brabantse Delta

Indiendatum: 31 mei 2024
Antwoorddatum: 3 jul. 2024

Geachte heer Maas,

Op 31 mei 2024 heeft u ons vragen gesteld over Nurdles, duurzaam omgaan met water en VTH. Wij hebben uw brief behandeld in onze vergadering op 2 juli 2024 en besloten u als volgt te antwoorden.

  1. Bovengenoemde rapportage betreft een uiteenzetting van de activiteiten en bevindingen welke tot op heden zijn verricht om zowel aard als herkomst van de zogenoemde ‘nurdles’ te kunnen achterhalen.
    1. Begin maart 2023 werd het waterschap benaderd door de gemeente Breda omdat er aanzienlijke hoeveelheden plastic korreltjes (nurdles) in de fuik van een littertrap in de Mark werden gevonden. Na onderzoek naar de samenstelling van de nurdles bleek dat deze voor het merendeel uit polyetheen halfproducten te bestaan. Op basis van de samenstelling bleek het lastig om dit te herleiden tot een specifieke fabrikant en/of locatie omdat in de plasticindustrie een veelvoud van samenstellingen worden gebruikt. Op basis van het uiterlijk en de samenstelling kon geconcludeerd worden dat het probleem al lang speelt maar ook dat verspreiding vandaag de dag nog steeds plaatsvindt.
    2. Het onderzoek is erop gericht om aard en herkomst van de nurdles te kunnen achterhalen. In maart 2023 is het onderzoek vanuit het proces VTH gestart, feitelijk loopt het onderzoek nog steeds. Ook heeft de afdeling programmeren en monitoren een quickscan uitgevoerd in april 2023. Bij 9 RWZI’s, 22 gemalen en op 5 overige locaties in het oppervlaktewater is de aanwezigheid van nurdles beoordeeld door medewerkers van het waterschap:
    • Bij 9 RWZI’s is bekeken in hoeverre nurdles zichtbaar zijn in de voor-nabezinktanks, dit bleek bij 1 RWZI het geval;
    • Bij 22 gemalen is nagegaan in hoeverre nurdles aanwezig zijn in de vuilroosters; er zijn in geen enkel gemaal nurdles aangetroffen
    • Op 5 locaties in het oppervlaktewater is beoordeeld of nurdles zichtbaar op het water aanwezig zijn; dit bleek op 2 locaties het geval.
    • Momenteel wordt door het proces VTH nog onderzocht of en hoeveel er eventueel aanwezige nurdles-concentraties worden aangetroffen, de eerste resultaten hiervan zijn eind juni 2024 beschikbaar.
  2. Er staat op 25 juni 2024 een bijeenkomst gepland met dhr. Bekkers.
Waterschap Brabantse Delta ziet een grote rol voor de bodem om de gevolgen van weersinvloeden te verminderen. Dit is ook de reden dat er veel inzet wordt gepleegd om het project Bodem Up op te schalen en onder de aandacht te brengen. In het project wordt veel aandacht besteed aan praktische tips die toepasbaar zijn op het bedrijf.Voor de oppervlaktewater onttrekkingsverboden zijn afspraken gemaakt wanneer er een verbod in gaat en voor welke teelten. Hierbij is rekening gehouden met wat ecologisch nodig is voor het
oppervlaktewater. Het gaat dus niet om hoe lang het droog is maar wat het effect is op de afvoeren van de waterlopen.
Bij een oppervlaktewater verbod vindt er een verplaatsing plaats naar grondwater gebruik. Een te vroeg verbod heeft dus ook een negatief effect.Kapitaalintensieve teelten worden niet volledig uitgesloten. In enkele gebieden komt voor deze teelten als laatste een verbod. Maar overal is het mogelijk om uiteindelijk een totaalverbod te hebben. In tijden van droogte is er preventief extra contact met agrariërs bij de Aa of Weerijs.
Lijst van kapitaalintensieve teelten zoals we deze hanteren:
  • Peulvruchten en groentegewassen
  • Containerteelt
  • Bos- en haagplantsoen aangeplant na 1 januari van het betreffende jaar
  • Zacht fruitteelt
Er wordt niet handhavend opgetreden tegen het neerslaan van water op de wegen door beregeningen van agrarische percelen.
Dit onderwerp is eerder behandeld in de agrarische nieuwsbrief. Op dit moment is er geen noodzaak tot grootschalige beregening en dus heeft berichtgeving geen toegevoegde waarde.Antwoorden:
  1. Door het toepassen van drainage zal de bovenste bodemlaag eerder opdrogen, dit is ook de reden dat het waterschap veel energie steekt in het stimuleren van peilgestuurde drainage in plaats van gangbare drainage. Hiermee kan beter gestuurd worden op het bovenste grondwater.
  2. Buiten beschermde gebieden zoals aangewezen in de waterschapsverordening is de aanleg van peilgestuurde en gangbare drainage zonder melding mogelijk. Binnen de beschermde gebieden is het alleen toegestaan om bestaande drainage te vervangen door peilgestuurde drainage. Deze activiteit is vergunningplichtig.
  3. Er zijn verschillende kaarten die inzicht geven in de gebieden die gevoelig zijn voor droogte. Deze zijn o.a. te vinden in het Klimaatportaal Brabant. Wat betreft de vormen van drainage die pas na overleg mogen plaatsvinden verwijs ik u naar het antwoord op vraag 6b.
  4. Om verdroging zoveel mogelijk tegen te gaan is het stimuleren van peilgestuurde drainage een goede maatregel om meer water vast te houden ten opzichte van gangbare drainage. In hoeverre vergunningplicht, danwel algemene regels hierbij het juiste juridisch regulerende middel is vraagt nader uitzoekwerk.
  5. nvt
Op dit moment is er geen wijdverspreid bekend probleem met amfibieën die door wateronttrekkingen worden bedreigd, wat het lastig maakt om een verplichte maatregel te rechtvaardigen. Onttrekkingen vinden vaak plaats uit grotere waterlichamen en niet uit poelen waar meer amfibieën leven, waardoor de noodzaak voor amfibiefilters en subsidies hiervoor afneemt.
Het is wel mogelijk om het belang van amfibiefilters onder de aandacht te brengen via de agrarische nieuwsbrief.Ja, dit is van verschillende bedrijven. / Het ligt eraan om wat voor soort vergunningaanvraag het gaat. Als het bijvoorbeeld gaat over het plaatsen van een brug o.i.d. in een KRW -lichaam, dan is er geen nazorg op initiatief van het waterschap.
Als VTH het vermoeden heeft dat het een weigering gaat worden, is er tussendoor al overleg/afstemming met de aanvrager. / Dat is bij het weigeren van een vergunning voor het lozen van afvalwater vaker het geval dan voor andere aanvragen.Van de 277 gehouden controles bleken er 55 niet in orde, het betreft hier voornamelijk administratieve controles en monsternames naar aanleiding van afgegeven vergunningen.
De controles worden hoofdzakelijk gekwalificeerd als ‘niet in orde’ doordat:
  1. de kwartaal- of jaarrapportages niet tijdig zijn ingediend;
  2. de kwartaal- of jaarrapportage niet volledig zijn ingediend;
  3. de kwartaal- of jaarrapportages 1 of meerdere overschrijdingen bevatten van een lozingsnorm
    (bedrijfsresultaten);
  4. de meet- en monstername apparatuur voldoet niet aan de gestelde normen, waardoor het
    etmaalmonster niet representatief is;
  5. uit de analyseresultaten van het betreffende monster blijkt een overschrijding van 1 of meerdere lozingsnormen.

Voor de items genoemd in de punten a, b en d volgt later dan nog een correctie echter deze worden niet gelijk meegenomen in de resultaten. Dit zorgt zodoende voor een relatief hoog aantal kwalificaties ‘niet in orde’, wat vervolgens het naleefgedrag dan ook negatief beinvloedt.
Voor de items genoemd onder c en e volgt –conform onze werkwijze- handhavend optreden door de
betreffende toezichthouder.

  1. Op dit moment wordt er gewerkt aan een herziening van het Brabant brede beregeningsbeleid.
    Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Uw brief en onze antwoorden daarop worden ter kennis gebracht van het algemeen bestuur en op de website van het waterschap gepubliceerd.