TOV (teeltondersteunende voorzieningen) in Zundert – op weg naar een nieuw Westland?
Indiendatum: 6 sep. 2024
Breda, 6 september 2024
Schriftelijke vragen aan het Dagelijks Bestuur ter schriftelijke beantwoording conform artikel 74 van het Reglement van Orde van het algemeen bestuur
Betreft: TOV (teeltondersteunende voorzieningen) in Zundert – op weg naar een nieuw Westland?
Geacht Dagelijks Bestuur,
De volgende vragen zijn gebaseerd op de ‘Beleidsnota TOV in Zundert’. Dit stuk staat voor 10 september 2024 op de agenda van de Zundertse gemeenteraad. De nota sorteert voor op een nieuwe ‘beleidsregel TOV’ in de gemeente.
- De nota windt er geen doekjes om. The sky is the limit. Wat betreft de gemeente Zundert mogen de TOV de hoogte en de breedte in. We lezen: ‘De sector wil duidelijker en ruimer beleid voor TOV. Het nieuwe beleid is met hen ontwikkeld.’ Men meldt: ‘de nieuwe regels worden vrijer’.
Als waterschap staan we voor de opgave om waterkwaliteit (zoals de KRW-doelen) en biodiversiteit (denk hier bijvoorbeeld aan weidevogels) niet verder te laten verslechteren. Heeft het Dagelijks Bestuur daarom haar bedenkingen over deze beleidsnota aan Zundert overgebracht?
- Is volgens het DB ‘wat meer inspanning’ (beleidsnota, p.16) voldoende om aan de doelen ‘voor kwaliteit van het landschap, water in balans en biodiversiteit’ in de gemeente Zundert te voldoen? Dit ook gezien het feit dat bij de niet-biologische teelt van zacht fruit geruchtmakend veel gif uitspoelt.[1]
- Acht het DB - net als de gemeente Zundert - verruiming en versoepeling van de regels voor TOV wenselijk? Indien het antwoord op deze vraag ‘ja’ luidt, geldt dezelfde positieve houding ook voor het Zundertse beekdalgebied?
- We lezen: “We gaan de relatie tussen TOV en biodiversiteit onderzoeken. De gemeente Zundert heeft een opdracht vanuit hogere overheden om de biodiversiteit te behouden en zo mogelijk te versterken. Als in lokaal beleid en met vergunningen ruimte gegeven wordt voor agrarische activiteiten die ter plaatse de biodiversiteit mogelijk beïnvloeden, dan ligt het vanuit dat perspectief in de rede om de betrokken agrariërs om maatregelen te vragen, die de biodiversiteit binnen het initiatief borgen. We gaan onderzoeken welke invloed het langdurig of permanent afdekken van grond heeft op de biodiversiteit. Daarvoor doen we eerst een nulmeting.”
Is het waterschap betrokken bij dit onderzoek? Beschikt het waterschap wellicht zelf over gegevens die de gevolgen van TOV voor biodiversiteit kunnen aantonen? Wij wijzen erop dat zelfs ‘tijdelijke’ TOV, in de voorgenomen beleidsverruiming liefst negen maanden de bodem mogen bedekken, in wezen het hele vruchtbare jaar.
- De Omgevingswet benadrukt in artikel 1.7a nadrukkelijk het in acht nemen van het voorzorgsbeginsel wanneer activiteiten mogelijk schadelijk voor de omgeving kunnen zijn. (“Het is verboden om een activiteit te verrichten of na te laten als daardoor aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving (dreigen te) ontstaan.”)
Is het DB bereid erop aan te dringen bij de gemeente dat de beleidsregel pas ingaat nadat de onderzoeken naar de effecten van TOV op de biodiversiteit zijn afgerond?
- Volgt er bij de aanleg van een TOV groter dan 3ha een watertoets?
- De beleidsnota geeft volmondig toe dat het ‘tot nu toe niet is gelukt om de blauwgroene dooradering van het landschap [in de gemeente Zundert] te realiseren.’
Kan het waterschap afdwingen dat een vergunde TOV in de buurt van een waterloop altijd samengaat met een verbetering in de blauwgroene waarde van het landschap?
- We lezen: “Waterberging in de beekdalen en permanente TOV gaan niet goed samen. Je wilt immers geen obstakels plaatsen in een gebied dat bedoeld is voor waterberging. Ook is het onverstandig om grond af te dekken. Dus permanente TOV past niet in de beekdalen. De beekdalen zijn tegelijk van oudsher de reden voor de vestiging van zachtfruittelers in Zundert. Dat is een sector die we willen faciliteren. Het beleid zal daarop gericht zijn, maar dan wel zo dat voorzieningen verwijderbaar zijn bij extreem hoge waterstanden en calamiteiten.”
Dit doet ons denken aan dynamische keringen, waarover het waterschap terecht vaak bedenkingen uit. Zal het waterschap daarom ook negatief oordelen wanneer er vergunningen voor verwijderbare TOV worden aangevraagd voor gebieden die voor waterberging zijn bedoeld?
- We lezen: “We gaan per 3 ha een aaneengesloten bufferstrook vrij houden van TOV. Daar moeten dan maatregelen getroffen worden voor de verbetering van de landschappelijke kwaliteit, voor de kwaliteit en de kwantiteit van water in de omgeving en borgen van de biodiversiteit.” En elders: “Hoe precies de bufferstrook genoemd bij 4.7 [de blauwgroene dooradering] ingericht gaat worden is deels een keuze van de eigenaar van de grond. Er worden meerdere opties geboden.”
Geeft het waterschap advies over de aan te bieden opties? Welke overheidsinstantie handhaaft erop dat de bufferstrook gerealiseerd wordt? Moet deze bufferstrook aanwezig zijn vóórdat de TOV in gebruik wordt genomen?
- “Tijdelijke TOV's in beekdal moeten op afroep
van waterschap weggehaald. Daar moet een andere insteek voor bedacht, bijvoorbeeld dat het een dringend advies is.”
Dit is een suggestie uit een discussie met belanghebbenden die aan het slot van de beleidsnota wordt aangehaald. Houden we ons poot stijf wat betreft tijdelijke TOV’s die naar de mening van het waterschap ongewenst zijn en dus weggehaald moeten worden?
- Uit de omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant van eind 2023 weten we:
“Op grond van het tweede lid is een verruiming van de oppervlakte voor permanente teeltondersteunende voorzieningen mogelijk onder voorwaarden. Belangrijke voorwaarde is dat dit past binnen de gewenste ontwikkelingsrichting van het gebied; het is niet logisch om binnen een gebied waar klimaatadaptieve maatregelen voor vernatting worden nagestreefd een dergelijke ontwikkeling mogelijk te maken. Dergelijke maatregelen worden vaak getroffen binnen gebieden met blauwgroene waarden. Het is daarom belangrijk dat er in een vroegtijdig stadium overleg plaatsvindt met het waterschap. Een andere belangrijke randvoorwaarde is dat rekening wordt gehouden met het aanwezige water- en bodemsysteem en de omliggende waarden”
Kan het DB op korte termijn richting Zundert communiceren op welke plekken het waterschap de komst van TOV in de gemeente niet logisch achten gezien de noodzakelijke (klimaatadaptatieve) opgaven?
Met vriendelijke groet,
Fractie Partij voor de Dieren
[1] Gifresten op aardbeien: consumptie afgeraden voor kinderen - Kassa - BNNVARA
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Nurdles, duurzaam omgaan met water, VTH impuls
Lees verder