Vragen over Agra­rische Nieuws­brief - Maart 2023


Indiendatum: 13 mrt. 2023

Vragen (conform artikel 74 Reglement van Orde), van de AB-leden Cynthia Pallandt, Ellen Putman en Karin van den Berg aan het Dagelijks Bestuur van Brabantse Delta met betrekking tot de Agrarische Nieuwsbrief – Maart 2023.


Geacht bestuur,

De Partij voor de Dieren en Water Natuurlijk hebben kennisgenomen van de meest recente Agrarische Nieuwsbrief van het waterschap, en heeft daar een aantal vragen over.

  1. Een van de onderdelen van de mail heeft de titel ‘Meld bruine ratten, bevers en rivierkreeften bij het waterschap’. Wat is de overweging van het waterschap om de bever in één adem te noemen met bruine ratten en rivierkreeften, wetende hoe er tegen deze diersoorten wordt aangekeken? Wat denkt u dat dit doet met de beeldvorming van agrariërs over bevers?
  2. In de mail staat: “Het bestrijden van bruine ratten, bevers en rivierkreeften is een taak van de gemeenten en provincies.” Waarom kiest het waterschap ervoor om het te hebben over het bestrijden van bevers? Hoe rijmt zich dit met Dagelijks Bestuursleden die na afloop van de bespreking van het beverprotocol aangaven dat zij niet denken dat er de komende tijd in Brabantse Delta bevers gedood zullen worden?
  3. Wat heeft Brabantse Delta te maken met schade van gravende dieren aan percelen van agrariërs, en wat heeft schade aan percelen van agrariërs te maken schade aan dijken?
  4. Wat doet Brabantse Delta precies met de meldingen die gedaan worden van bruine ratten, bevers en rivierkreeften?
  5. In de commissie Muskus- en Beverratten van de Unie van Waterschappen gingen er recentelijk stemmen op om de muskusrattenbestrijders van het waterschap ook bruine ratten te laten bestrijden. Is Brabantse Delta aan het onderzoeken of het waterschap bruine ratten, bevers en rivierkreeften kan gaan bestrijden?
  6. De volgende vragen gaan over het onderdeel ‘Metingen naar gewasbeschermingsmiddelen’. Wij lezen dat in de boomteelt de afgelopen 4 jaar stoffen boven de vastgestelde norm zijn aangetroffen, en hetzelfde geldt voor stoffen boven de indicatieve norm. Vervolgens staat er: “Het aantal overschrijdingen is vergelijkbaar met het aantal van voorgaande jaren. Met de boomkwekerijsector wordt nu bekeken hoe we het aantal overschrijdingen verder terug kunnen brengen.”
    1. Hoe zijn deze overschrijdingen in het verleden opgepakt? Wij vermoeden dat er toen ook met de boomkwekerijsector over is gesproken. Dat leidt tot de vervolgvraag:
    2. Heeft het waterschap de mogelijkheid om hardere maatregelen te nemen dan ‘met de boomkwekerijsector bekijken hoe we het aantal overschrijdingen verder terug kunnen brengen’?
    3. Waarom is die zin geformuleerd als ‘verder terugbrengen’ van de overschrijdingen, terwijl het waterschap zelf in de mail aangeeft dat de metingen juist al jaren vergelijkbaar zijn (en de overschrijdingen dus nog niet zijn teruggebracht)?
  7. Over de akkerbouw lezen we: “Op beide meetpunten in de akkerbouw werd 1 stof aangetroffen. Op het meetpunt in de Tonnekreek werd de stof Teflubenzuron (Nomolt) aangetroffen boven de norm. Op het meetpunt in de Derriekreek werd de stof Pendimethalin (werkzame stof van onder andere Stomp en Wing P) boven de indicatieve norm aangetroffen. Ook hier zijn de metingen vergelijkbaar met voorgaande jaren. Het aantal overschrijdingen boven de norm ligt op een laag niveau.”
    1. Waarom wordt dit onderdeel van de nieuwsbrief afgesloten met de sussende zin “Het aantal overschrijdingen boven de norm ligt op een laag niveau.”? Er is een overschrijding, men zou gerustgesteld mogen zijn wanneer daar géén sprake van is, of ziet het Dagelijks Bestuur dit anders?
    2. Wij lezen hierbij geen actie om deze overschrijding aan te pakken. Wat is het plan van het waterschap hiervoor?

Wij vernemen graag uw reactie.

Met vriendelijke groet,

Cynthia Pallandt

Ellen Putman

Partij voor de Dieren


Karin van den Berg

Water Natuurlijk

Indiendatum: 13 mrt. 2023
Antwoorddatum: 28 mrt. 2023

  1. Het gaat in het artikel om de schade die kan ontstaan door bruine ratten, bevers en rivierkreeften, onder andere aan waterschapsobjecten. Dit kwam in het gesprek met een aantal ZLTO-afdelingen ter sprake, waarbij werd geconstateerd dat het belangrijk is om door waarnemingen een goed beeld te krijgen waar deze soorten voorkomen en in hoeverre deze toenemen dan wel afnemen. Het gaat er in deze context niet om hoe tegen de verschillende diersoorten wordt aangekeken of om hier een beeldvorming over te bepalen.
  2. Bedoeld wordt hier het bestrijden van overlast door bruine ratten, bevers en rivierkreeften. Eerder in het artikel wordt dit wel specifiek benoemd. Bij de bestrijding van de overlast en schade door bevers wordt het beverprotocol in acht genomen.
  3. Waterschap Brabantse Delta is verantwoordelijk voor de waterschapsobjecten, zoals taluds van de A-watergangen en dijken. Deze grenzen in veel gevallen direct aan een landbouwperceel.
  4. Meldingen/waarnemingen van bevers en rivierkreeften worden door ons geregistreerd, zodat de
    populatie-ontwikkeling kan worden gemonitord. Deze meldingen komen tevens terecht in de NDFF (Nationale Databank Flora en Fauna). Meldingen/waarnemingen van bruine ratten worden kortgesloten met de betreffende gemeente.
  5. Nee.
  6. Driedelig antwoord:
    1. De aanpak van normoverschrijdingen in d boomkwekerijsector dateert al vanuit 2008. Destijds werden in de Moersloot veel normoverschrijdingen geconstateerd, ook van niet meer toegelaten middelen. Destijds is voor een 2-sporenaanpak gekozen, die nu nog steeds wordt gehanteerd. Enerzijds wordt strikt gehandhaafd op de wet- en regelgeving en worden overtreders aangepakt. Anderzijds worden voorlopers gestimuleerd om met bovenwettelijke maatregelen mogelijke emissies te voorkomen.
    2. Dat is nu al de huidige werkwijze. Eén van de onderdelen in deze aanpak is het actief communiceren van de normoverschrijdingen en gezamenlijk uitzoeken/duiden hoe deze normoverschrijding heeft kunnen optreden.
    3. Verder terugbrengen heeft hier vooral betrekking op de situatie uit 2008 toen veel meer en hogere normoverschrijdingen werden geconstateerd.
  7. Tweedelig antwoord:
    1. Het aantal overschrijdingen ligt op een laag niveau ten opzichte van vergelijkbare akkerbouwregio’s in de rest van Nederland. Dit is onder meer te danken aan de actieve opstelling van agrariërs in West-Brabant bij projecten als Schoon Water voor Brabant en het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLB), waarin met brede kruidenrijke akkerranden langs waterlopen wordt gewerkt. Iedere normoverschrijding is er uiteraard 1 te veel. Soms is het voor een bepaalde doelgroep ook fijn om terug te horen en te lezen dat hetgeen waar zij aan werken ook resultaat oplevert.
    2. Het waterschap gaat komende jaren door met toezicht en handhaving op de wettelijke verplichtingen bij het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen nabij oppervlaktewater. Daarnaast wordt ook nadrukkelijk ingezet op het stimuleren van bovenwettelijke inspanningen in het project Schoon Water voor Brabant en het aanleggen van kruidenrijke akkerranden uit het ANLB.