Een akkoord zonder dieren


Bijdrage over coali­tie­ak­koord 'Water verbindt ons'

31 mei 2023

Een akkoord zonder de Partij voor de Dieren is, naar nu blijkt, een akkoord zonder dieren. Dieren, voor wie het werk van het waterschap minstens zozeer van levensbelang is als voor ons, omdat zij erin en -omheen leven. Het siert de coalitiepartijen dat ze er geen excuusdieren in hebben gezet om de schijn te wekken dat het ze ook maar iets interesseert. Maar kloppen doet het niet. Het podium dat muskusrattenbestrijders krijgen op open dagen van het waterschap en in de media, de vele discussies die er recentelijk gevoerd zijn over bevers, en de grote verwevenheid van de sportvisserij in het werk van het waterschap laten zien dat dieren de waterschappers wel degelijk erg bezighouden. Dit wekt dan ook de indruk dat dieren niet genoemd worden omdat de coalitiepartijen wéten dat inwoners van Brabantse Delta verontwaardigd zullen zijn over de manier waarop het waterschap met dieren omgaat.

Geen muskusrat, geen beverrat, geen bever, geen van de soorten die als bijvangst aan een vreselijk eind komen, geen van de soorten die gedood worden in opdracht van het waterschap, geen van de soorten die vrij bejaagbaar zijn op gronden van het waterschap, geen vis, geen amfibie, geen boomkikker, geen ambassadeursoort, geen bij, überhaupt geen insect. Geen een wild dier. De Partij voor de Dieren heeft hierover twee vragen aan de coalitiepartijen. Vraag 1: bent u met ons eens dat de manier waarop er met de bever wordt omgegaan een erg actueel en belangrijk thema is voor het waterschap? Zo nee, waarom niet, en zo ja: hoe beogen de coalitiepartijen om te gaan met bevers die hardnekkig blijven graven in onze keringen? Vraag 2: waarom heeft de coalitie in dit akkoord niets opgenomen over vispasseerbaarheid van kunstwerken van het waterschap? Mijn fractie dacht dat als er één dierenthema zou zijn dat de goedkeuring van de coalitiepartijen zou kunnen wegdragen, het deze wel zou zijn.

Ik vervolg mijn bijdrage. We zien, in tegenstelling tot het gebrek aan wilde dieren, maar liefst twee foto’s van koeien, wat veel zo niet alles zegt over de relatie van dit waterschap met dieren. Weet u nog dat de rechter eind 2022 besloot dat stichting Dier & Recht mag zeggen dat Zuivel ernstig dierenleed is? Zuivel is ernstig dierenleed. Dieren die worden blootgesteld aan ernstig leed krijgen wel een foto in het coalitieakkoord, dieren voor wie het waterschap zich zou moeten inzetten niet.

Daarnaast wordt dit bijzonder vage coalitieakkoord ineens heel concreet als er nog een andere diersoort uitgebuit kan worden: het schaap. Het waterschap gaat kijken hoe schapen ingezet kunnen worden ten gunste van de biodiversiteit op de regionale keringen. Ik neem aan dat hiermee wordt bedoeld dat schapen worden ingezet om invasieve exoten te eten, graag hoort de Partij voor de Dieren van de coalitiepartijen of die interpretatie juist is. Ik heb informatie ingewonnen bij een kennis die een leidinggevende functie bekleed bij Staatsbosbeheer, en deze liet mij weten: “Schapen worden ingezet als maaimachines en verplaatst wanneer ze weer op een andere plek aan het werk moeten. Ze krijgen dan voeding aangeboden die ze alleen zullen eten wanneer ze honger krijgen. Heel veel schapen in één keer op een klein stuk grond. Ze vallen als gevolg hiervan af en worden vervangen door een volgende groep. De anderen krijgen dan weer voeding tot ze weer op gewicht zijn om hun volgende klus uit te voeren.” Grazende schapen roepen een romantisch beeld op dat snel verdwijnt als je je erin gaat verdiepen. Ook hier worden dieren weer producten in de vorm van machines. Ik heb hierover een vraag aan de coalitiepartijen: erkent u de intrinsieke waarde van dieren? Zo nee, waarom niet, en zo ja: hoe valt dit te rijmen met het inzetten van dieren als waren zij landbouwwerktuigen? Tevens vraag ik graag aan het zittende Dagelijks Bestuur waarom zij er in de afgelopen 4 jaar niet voor hebben gekozen om schapen in te zetten om keringen te begrazen.

Graag wil ik mijn bijdrage vervolgen met dieren die mevrouw Govers zeker moeten aanspreken, gezien haar grote enthousiasme over de film Onder het Maaiveld: de bodemdieren. In het coalitieakkoord wordt terecht gesproken over de bodem als spons. Het zijn de bodemdieren die de gaatjes in de spons maken. Maar concrete maatregelen om voor het bodemleven te zorgen, ontbreken volledig. Er wordt ingezet op onderzoeken, samenwerken, communiceren en discussiëren. Niet op doen. Of beter gezegd: op NIET doen. Want er zijn een aantal dingen die we juist NIET moeten doen als we de bodem als een spons willen laten werken. Stop met het spuiten van gif, stop met de raaigraswoestijnen, stop met grootschalige wateronttrekking, stop met illegale grondwaterputten, stop met kunstmest, stop met drijfmest, stop met diepploegen, stop met draineren en stop met het dempen van sloten. Stop met het verruïneren van de bodemdieren. Laten we met hen samenwerken en de sponswerking in de bodem herstellen.

“Richting overtreders van de norm hanteren we nul tolerantie.” Kijk, dat zijn woorden die de Partij voor de Dieren graag hoort. Laat die zin niet alleen gelden voor stoffen als PFAS, drugs en medicijnresten in het water, maar voor handhaving door het waterschap op alle vlakken. Hierbij is mijn vraag aan de coalitiepartijen: waarom kiest u bij het thema ‘droogte en zoetwaterbeschikbaarheid’ voor verleiden, en bij het thema ‘microverontreinigingen’ voor nul tolerantie? Vanwaar dit onderscheid?

Als laatste wil ik het hebben over verbinding. De titel van het coalitieakkoord is ‘Water verbindt ons’. De Partij voor de Dieren vindt dit een mooie titel, die echter wel getuigt van wensdenken. Want binnen het Algemeen Bestuur is er op dit moment bepaald geen sprake van onderlinge verbondenheid. Dit vindt zijn oorsprong in het moment dat een aantal partijen eenzijdig besloten voor een coalitieakkoord te gaan in plaats van een breed gedragen akkoord, bestuursagenda of hybrideakkoord, wat het inspiratiedocument nog als prima opties zag. Mijn vraag hierover aan de coalitiepartijen is hoe zij beogen de verbinding met de oppositiepartijen te herstellen.

Een tactiek die wat de Partij voor de Dieren betreft in ieder geval NIET verbindend werkt, is om achter de schermen geen fatsoenlijk woord met elkaar uit te wisselen, en het dan naar buiten toe te presenteren alsof de oppositiepartijen bij hebben kunnen dragen aan het coalitieakkoord. In de inleiding van het akkoord staat de volgende zin: “Van externe partijen en alle fracties in het algemeen bestuur van het waterschap hebben we input gehad voor dit akkoord.” De Partij voor de Dieren vindt deze zin zeer misleidend. Het wekt de indruk dat er doelstellingen van alle fracties in het akkoord zijn verwerkt of terug te vinden, we zijn immers allemaal gewend dat input leidt tot output. Mijn fractie is het daar niet mee eens. Input zonder enige output of terugkoppeling kun je met goed fatsoen geen input noemen. Letterlijk alle doelstellingen die de Partij voor de Dieren als enige heeft ingebracht zijn níet door de coalitiepartijen overgenomen. Wij voelen ons niet gehoord. De coalitiepartijen hebben nooit bij ons gecheckt hoe wij dit ervoeren, maar kunnen nu wel naar buiten toe doen alsof dit akkoord een product is van goede samenwerking. Dit is voor de Partij voor de Dieren reden om de coalitiepartijen middels een motie op te roepen om het stuk over externe partijen en alle fracties anders te formuleren om meer recht te doen aan hoe e.e.a. daadwerkelijk is verlopen. Wij doen dit middels een motie in plaats van een amendement omdat het akkoord van de coalitie is en niet van het gehele AB, en een stuk betreft waar geen stemming over zal plaatsvinden.

De motie zal ik zo dadelijk aan u voorlezen, maar eerst heb ik nog een afsluitende vraag aan de coalitiepartijen: van welke externe partijen hebben is er input ontvangen voor het coalitieakkoord? Welke externe partijen heeft de coalitie zelf benaderd om input te verkrijgen? Wij zijn heel benieuwd.

<Voorlezen motie> "Coalitieakkoord: Ambiguïteit over input vermijden."